Is Sensiplan effectiever dan de pil?
Nina Pierson en Sensiplan beweren van wel, maar daarvoor is te weinig bewijs
Natuurlijke anticonceptiemethoden zijn steeds meer in trek.1 Specifiek de sympto-thermale methode wint steeds meer aan terrein. Bij deze methode houdt de vrouw haar cyclus bij aan de hand van haar lichaamstemperatuur, haar baarmoederhalsslijm en het tellen van de dagen na haar ovulatie. Omdat er drie verschillende dingen bij worden gehouden, zou de methode betrouwbaarder zijn dan methoden waar bijvoorbeeld alleen de temperatuur wordt gemeten of alleen de dagen na de ovulatie worden geteld. Er is alleen een probleem: dit is niet heel eenvoudig. Om dit goed uit te voeren, kun je bij Sensiplan, een bedrijf dat de sympto-thermale methode onderwijst, een cursus volgen van 4 tot 5 uur, voor 295 euro.2
Ondanks de ogenschijnlijke complexiteit van de methode, beweert Sensiplan dat het effectiever is dan de pil, sinds kort ook bij monde van Nina Pierson via haar nieuwsbrief Broedparels. Hiervoor haalt Pierson een rapport van expertisecentrum Rutgers aan en een tabel van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Hier heb ik een en ander op aan te merken, zoals ik in dit stuk zal uitleggen.
Vooropgesteld: ik ben niet tegen het gebruik van natuurlijke anticonceptie of Sensiplan an sich. Ik ben enkel en alleen voorstander van een afgewogen keuze op basis van de juiste informatie. Ik wil slechts een kanttekening plaatsen bij de beweringen die Nina Pierson, Rutgers en Sensiplan doen over de betrouwbaarheid van de sympto-thermale anticonceptiemethode.
Speciale dank voor dit stuk gaat uit naar Jojanneke Kant, op Instagram bekend als @devragendokter, voor de hulp bij het achterhalen van alle bronnen en het doorspitten van de rapporten.
De sympto-thermale methode
Pierson pleit dus voor de sympto-thermale methode. Deze methode is volgens haar helemaal je van het, omdat je verscheidene variabelen bijhoudt en Pierson zelf eerst de app Natural Cycles gebruikte, waarbij alleen de temperatuur wordt bijgehouden. Nu is ze ongepland zwanger en schrijft ze een artikel in samenwerking met expertisecentrum Rutgers, over het belang van de sympto-thermale methode, volgens haar nu de meest betrouwbare natuurlijke anticonceptie. Dat voelt toch een beetje als iemand die slecht voorbereid de zwarte piste afknalt, d’r been breekt en terwijl het gips nog niet is opgedroogd zelf online skilessen gaat geven.
Desalniettemin is het een gebalanceerd, genuanceerd en informatief stuk, dus ik ga zeker niet beweren dat wat ze schrijft totale onzin is. Waar ik wel moeite mee heb, is specifiek de volgende alinea, waarin Sensiplan als effectiever wordt bestempeld dan de pil:
Ook Rutgers staat achter deze verklaring, zo laten ze weten in mailcontact. Nu vind ik het sowieso vrij discutabel dat een zeer betrouwbaar en belangrijk kenniscentrum als Rutgers de handen ineenslaat met een Vitakruid-ambassadeur die bijvoorbeeld een supplementenpakket van 150 euro promoot voor zwangere vrouwen, maar dat moeten ze vooral zelf weten. Waar ik wel over val is dat deze alinea, waarin impliciet wordt beweerd dat Sensiplan effectiever is dan de pil, als goed onderbouwd en waarheidsgetrouw achten.
Ik zal uitleggen waarom dat niet zo is en in het proces zal ook duidelijk worden hoe ontzettend lastig het überhaupt is om over dit alles juiste gegevens te vinden.
Rapporten van Rutgers en de WHO
Pierson baseert zich op een rapport van Rutgers en een rapport van de WHO. In deze rapporten wordt dezelfde systematische review aangehaald naar natuurlijke anticonceptie, genaamd Fertility awareness based methods for pregnancy prevention van Urrutia uit 2019.3 4 5
Dat lijkt top, want een systematische review is zeer sterk wetenschappelijk bewijs. Het is namelijk een overzicht van alle beschikbare wetenschappelijke onderzoeken naar een specifiek onderwerp, in dit geval dus natuurlijke anticonceptie. Voor de sympto-thermale methode, baseert de review zich echter enkel en alleen op één specifiek onderzoek. Dat is een paper uit 2007 door Frank-Hermann, genaamd The effectiveness of a fertility awareness based method to avoid pregnancy in relation to a couple's sexual behaviour during the fertile time: a prospective longitudinal study. 6 Uit dit onderzoek blijkt dat er op elke 100 vrouwen die de sympto-thermale methode hanteren, 1,8 vrouwen zwanger wordt per jaar.
Ook op de website van Sensiplan wordt beweerd dat de methode zich kan meten met de pil, met als enige bronvermelding dit specifieke onderzoek en dit specifieke getal, een gebruikerszekerheid van 1,8.
Pierson zegt dat ze zich baseert op het rapport van Rutgers en de WHO, maar dat betekent niet meer dan dat ze zich via een betrouwbaar ogende omweg enkel en alleen beroept op dit onderzoek.
Daarbij wordt in de conclusie van de systematische review zelfs geschreven dat de data van deze studie niet van goede kwaliteit is.
Als we dus enkel en alleen kijken naar de bronnen die Pierson, Rutgers en Sensiplan ons geven, kunnen we niet anders dan concluderen dat alles is gebaseerd op een enkel onderzoek met volgens de henzelf aangeleverde bronnen ook nog eens data van lage kwaliteit.
Het onderzoek
Duiken we er wat dieper in, zien we dat het onderzoek van Frank-Hermann nog meer tekortkomingen heeft. Overigens is het absoluut geen slecht onderzoek dat helemaal terzijde geschoven moet worden, maar aangezien het de enige wetenschappelijke onderbouwing is voor de effectiviteit van Sensiplan, mag er wel even kritisch naar gekeken worden.
Bij het onderzoek werden de gegevens onderzocht van 900 vrouwen die de sympto-thermale anticonceptiemethode hanteerden gedurende gezamenlijk 17638 menstruatiecycli. Hieruit blijkt dat er voor deze methode per 100 vrouwen 1,79 ongeplande zwangerschappen per jaar (13 cycli) zijn op te tekenen. Ofwel, afgerond, 1,8. Dit getal wordt de Pearl Index voor de effectiviteit wordt genoemd en vaak wordt ook het begrip gebruikerszekerheid gehanteerd. Als je de methode perfect uitvoert, daalt dit cijfer volgens het onderzoek naar 0,4, wat de Pearl Index is voor de betrouwbaarheid en ook wel de methodezekerheid wordt genoemd. Voor de pil is dit getal ongeveer 0,3, volgens de WHO.
Deze 1,8 keert regelmatig terug, maar hierbij moet ook benoemd worden dat er onderscheid is gemaakt tussen vrouwen die ook nog een condoom gebruikten tijdens de geslachtsgemeenschap en vrouwen die geen condoom gebruikten. Voor de eerste groep was het getal 2,02 met een speling 0,72 en voor de tweede groep 1,62 met een speling van 0,89.
Er zijn een paar dingen aan te merken op dit onderzoek.
Ten eerste: het is zoals gezegd geen high quality data, want het draait allemaal om zelfrapportage en de vrouwen zijn niet continu gemonitord, want dat is natuurlijk onmogelijk. Dat betekent dat je niet weet waar er in de rapportage fouten zijn ingeslopen. Iemand kan iets zijn vergeten, iets verkeerd hebben genoteerd, iets verkeerd hebben uitgevoerd zonder het door te hebben, etc.
Ten tweede: de data is afkomstig van vrouwen die hun gegevens bijhielden voor onderzoeksdoeleinden. Dit moesten ze minstens 12 maanden doen. Het feit dat je je gegevens bijhoudt voor een onderzoek van een specifiek instituut, bij een methode waar je zelf voor hebt gekozen, kan ervoor zorgen dat je een stuk scherper bent op het uitvoeren van alle metingen aan je lichaam, dan wanneer je buiten de context van een onderzoek dit doet in je dagelijkse leven. En je kan bijvoorbeeld ook gemotiveerder zijn dan een gemiddelde gebruiker. Waardoor de data dus een positiever beeld kan geven en minder representatief is. Dit wordt ook wel het Hawthorne-effect genoemd.
Daarbij is een deel van de gegevens niet gebruikt. Zo is de data van vrouwen die bijvoorbeeld net van de pil af waren gestapt en vrouwen die onlangs zijn bevallen niet meegenomen. Tevens mochten alleen vrouwen met een reguliere cyclus, van 22 dagen tot 35 dagen, meedoen aan het onderzoek. Dat mag ook opmerkelijk genoemd worden, want op de website van Sensiplan staat expliciet dat de methode ook werkt voor kortere en langere cycli:
Tot slot: het onderzoek bekijkt data van 1985 tot 2005, dus 39 tot 19 jaar geleden. Je kunt je afvragen of de factoren die zo’n 30 jaar geleden in Duitsland van impact waren en vandaag de dag in Nederland wel helemaal hetzelfde zijn.
Dit alles betekent verder niet dat het onderzoek helemaal niet deugt, maar illustreert vooral waarom we liever kijken naar meta-analyses en systematische reviews van meerdere onderzoeken: pas dan krijg je een goed overzicht van hoe effectief de methode is. Één onderzoek is geen onderzoek.
Richtlijnen
Tegenover de gebruikerszekerheid van 1,8, wat door Sensiplan gretig over het internet wordt gestrooid, staat een ander getal in de richtlijnen voor huisartsen van het NHG7, dat tot 2018 ook door het WHO werd gehanteerd. Volgens de richtlijnen zou er niet 1,8 zwangerschappen per 100 vrouwen per jaar plaatsvinden bij gebruik van de sympto-thermale methode, maar 24. Dat wil zeggen dat de kans om zwanger te worden meer dan 12 keer zo groot is als dat Rutgers, Sensiplan en Pierson beweren. Ook hier gaat een en ander mis.
De richtlijnen baseren zich namelijk op een ander enkel onderzoek: Contraceptive failure in the United States8 uit 2011 van J Trussel.
Als we kijken in dit onderzoek, zien we echter dat in deze elke vorm van zogeheten fertility awareness based methods onder deze 24 valt. Sensiplan, ofwel de sympto-thermale methode, is juist een combinatie van deze methoden en zou daarom effectiever zijn. 24 is dus te hoog en dit onderzoek kan eigenlijk niet gebruikt worden om een getal te plakken op de betrouwbaarheid van Sensiplan.
Dat dit onderzoek geheel wordt genegeerd door Pierson, Rutgers en Sensiplan, is ook vrij frappant. In de richtlijnen wordt het onderzoek van Frank-Hermann namelijk wel aangehaald om de betrouwbaarheid (dus bij perfect gebruik) te duiden.
De pil
Volgens het WHO is de pil erg betrouwbaar, met 0,3 zwangerschappen per jaar per 100 gebruikers bij perfect gebruik. In werkelijkheid worden volgens het WHO 7 vrouwen per 100 gebruikers per jaar zwanger, tegenover dus 1,8 bij Sensiplan. Wat zou inhouden dat Sensiplan meer dan drie keer zo effectief is als de pil, terwijl het ongeveer even betrouwbaar is (0,4 vs. 0,3) bij perfect gebruik.
Dat zou betekenen dat het slikken van de pil drie keer zo waarschijnlijk verkeerd uitgevoerd wordt dan de methode van Sensiplan. Terwijl het slikken van de pil relatief eenvoudig is: elke dag een pil en binnen zeven dagen na de cyclus weer aan een nieuwe strip beginnen. Daarbij is natuurlijk wel ziekte en gebruik van medicatie van impact op de betrouwbaarheid. Dat geldt echter ook voor de methode van Sensiplan. En die is in de kern een stuk minder eenvoudig, daarvoor moet je een cursus volgen van honderden euro’s en allerlei metingen doen die alsnog aan fouten, scherpte en motivatie onderhevig zijn. Dat vrouwen drie keer sneller de fout in gaan met de pil slikken dan met deze methode, lijkt me op z’n zachtst gezegd bijzonder onwaarschijnlijk. Dit is overigens ook nog eens met de aanname dat de methodezekerheid van Sensiplan daadwerkelijk 0,4 is, want ook dat getal is enkel en alleen afkomstig uit een en hetzelfde onderzoek.
Wie buitengewone beweringen doet, moet ook met buitengewoon bewijs op de proppen komen. De stapels met bewijs voor de betrouwbaarheid en effectiviteit van de pil kunnen we zeker rekenen tot buitengewoon solide bewijs. Het onderzoek waarop de claims van Sensiplan zijn gebaseerd geenszins. Daarom is het wat mij betreft niet zuiver deze twee direct met elkaar te vergelijken, zoals Pierson en Sensiplan zelf doen. Ook al staan de getallen in dezelfde tabel van de WHO, dat de cijfers van Frank-Hermann puur en alleen heeft gebruikt bij gebrek aan beter.
Directe update: aanpassing door Pierson
Sinds ik haar heb geattendeerd op het feit dat alles is opgehangen aan een enkel onderzoek en dat de richtlijnen voor huisartsen bijvoorbeeld andere cijfersgeven, heeft Pierson de alinea iets aangepast, zo las ik vlak voor het publiceren van dit stuk:
Als toevoeging zegt ze nu dat er inderdaad meer onderzoek nodig is, maar verwoordt dit als ‘kracht bijzetten’, terwijl het mijns inziens veel waarschijnlijker is dat uit nieuwe data zal blijken dat Sensiplan juist minder effectief is.
In de toegevoegde tekst verwijs Pierson wederom naar de systematische review en claimt ze dat alleen studies van redelijke kwaliteit zijn meegenomen. Dit is wederom niet geheel correct: het betreft een enkele studie van data met ‘moderate to low quality’. Daarbij schrijft ze ‘sympothermale methodes onderling’, waar ze waarschijnlijk ‘fertility awereness based methods’ onderling bedoelt, aangezien er maar een soort sympothermale methode is.
Het is een tikkie ironisch dat Pierson dit stuk naar eigen zeggen heeft geschreven om mensen te voorzien van juiste informatie, maar dat zo onbesproken blijft waar de getallen vandaan komen en wat ze daadwerkelijk betekenen. Dat dit bijzonder complex is en waarschijnlijk ook niet in een enkel tabelletje te gieten, lijkt me bij deze evident. Des te meer reden om het communiceren van dit soort ingewikkelde materie niet over te laten aan momfluencers, omdat ze toevallig een groot bereik hebben.
Vond je dit gratis artikel hartstikke te gek? Overweeg dan een donatie, als je mij financieel wil steunen.
Of beter nog: word lid van de betaalde nieuwsbrief, dan krijg je er iets voor terug :)
Dat kan ook via iDeal, zowel een maandabonnement als een voordelig jaarabonnement. Wel zo handig.
Mooi 'speurwerk' en fijn om meer helderheid te krijgen in deze cijfers. Verdrietig dat er zo'n enorm gebrek is aan goede informatie voor vrouwen, mede door een groot gebrek aan degelijk onderzoek. Heb je daar ook oog voor Adriaan? Ik heb soms het gevoel dat je een beetje laat-dunkend doet dat vrouwen de wetenschap niet serieus nemen, maar de wetenschap heeft vrouwen jarenlang ook totaal niet serieus genomen en is nog steeds aan een inhaalslag bezig. Vorige week is het allereerste onderzoek naar metalen in tampons gepubliceerd. 2024! Nina vergelijken met een online skileraar met als enige ervaring een gebroken been van de zwarte piste lijkt misschien grappig, maar is dat niet. Door zoiets te schrijven geef je echt geen blijk van erkenning hoe belangrijk dit onderwerp voor vrouwen is, en wat een worsteling dit voor ons is. Ik kan je de podcast 'geen kleine man' aanraden als je eens wat ervaringen van vrouwen wilt horen. En nee, ik ben niet de soort vrouw die haar beslissingen maakt op basis van momfluencers. Maar ja, ik ben wel een vrouw die nooit antwoorden heeft gekregen van haar huisarts en gynaecoloog die echt bevredigend zijn, omdat die antwoorden er simpelweg niet zijn door gebrek aan degelijk onderzoek. En aangezien jij van correctie informatie verstrekking houdt: je stelling 'Pierson pleit dus voor de sympto-thermale methode.' lijkt me niet helemaal juist. Pierson pleit voor betere informatie voorziening, betere educatie, gedeelde verantwoordelijkheid voor anticonceptie en deelt haar twijfels over haar toekomstige keuze.
Vervolg
6. Rutgers baseert hun betrouwbaarheidstabel van natuurlijke methoden op Peragallo Urrutia R, 2018 Fertility awareness based methods for pregnancy prevention, en de clinical update van dit onderzoek, 2019. Hieruit komen slechts 4 methodes met een goede evidence base studie naar voren. Deze systematische review van 53 studies gaat uit van 13 criteria. Een studie moest op alle 13 criteria een 1 scoren om van ‘high quality’ te zijn. Je kon 1, 2 of 3 scoren. Bij één keer een 3-score werd de studie als ‘low quality’ gezien. Geen enkele studie kreeg het oordeel ‘high quality’. Bij 12 criteria een ‘high’-score werd je al een ‘moderate’ studie. De studie van Frank-Herrmann scoorde op 7 criteria ‘high’ en op 6 criteria ‘moderate’. Is het fair om de studie dan te beoordelen als van lage tot matige kwaliteit?
Moderate betekent overigens in dit geval niet ‘matig’, dat is naar Nederlands gevoel een 5, ‘twijfelachtig’. In het Engels betekent het ‘reasonable’, ‘voldoende’ of ‘gemiddeld’. Het is mijns inziens een onjuiste vertaling van Rutgers.
Ik vraag me ten zeerste af of de studies naar de pil ook onderworpen worden aan deze zelfde 13 criteria en of er langs dezelfde meetlat wordt gemeten. De vrouwen moeten vruchtbaar en seksueel actief zijn bijvoorbeeld. Eén criterium waarop Sensiplan een 2 scoorde ‘moderate’, was bijvoorbeeld omdat in 15% van de cycli geen seks was geweest/genoteerd. Dat is natuurlijk ook de praktijk. Koppels slaan weleens een maand over. Hoe wordt dat bij de pil onderzocht? Moeten ze zelf rapporteren hoe vaak ze seks hebben gehad iedere maand? Hoe weet je of mensen dat eerlijk zeggen? Een ander criterium waarop Sensiplan ‘moderate’ scoorde was omdat vrouwen van 40-45 jaar waren geïncludeerd, evenals borstvoedende vrouwen (niet met amenorroe) met een cyclus en goede luteale fase, maar dat er geen subgroepanalyse was uitgevoerd. Natuurlijk kan wetenschappelijk onderzoek altijd nog verbeterd worden. Maar hoe weet je bij een studie naar de betrouwbaarheid van de pil of een vrouw überhaupt vruchtbaar is?
7. “Studies on the effectiveness of each fertility awareness-based method are few and of low to moderate quality.”
De conclusie van het onderzoek van Urrutia gaat niet zozeer over het Sensiplan-onderzoek, maar over het geheel van de 53 studies die zij hebben onderzocht. Het is een algemene conclusie.
In het onderzoeksartikel zelf staat in figuur 2 en 3, pagina 599 over de overgebleven 7 studies dat ze van moderate- or higher quality zijn. En in hun clinical update 2019 zeggen ze dat de Sensiplan-methode waarschijnlijk de meest effectieve fertility awareness based methode is met 1.8 zwangerschappen per 100 nieuwe gebruikers in het eerste jaar van gebruik. Dit is vergelijkbaar met de gecombineerde pil en de progestageenpil en met hormonale pleisters en hormonale ringen (7% tijdens het eerste jaar van gebruik). Er is wel verder onderzoek nodig om deze waarden te bevestigen. Dit zeggen ze ècht! Zie pagina 2.
8. “Er zijn een paar dingen aan te merken op dit onderzoek.”
a. ten eerste zijn het volgens jou geen high quality data, want het draait om zelfrapportage. “Dat betekent dat je niet weet of er in de rapportage fouten zijn ingeslopen.”
Het lijkt me dat het in de pilstudies ook om zelfrapportage draait? Sowieso gaat het in dit soort onderzoeken altijd om zelfrapportage. Als iemand iets is vergeten, iets verkeerd heeft genoteerd of noem maar op: de methode kan dat aan! Het geldt voor alle onderzoek naar FABM’s en ik denk/hoop ook naar de pil.
b. Het Hawthorne-effect bestaat, maar dat is er bij alle onderzoeken naar anticonceptie. Dus in die zin is het niet onderscheidend.
c. Kritiekpunt van je is: “De data van vrouwen die net van de pil af kwamen en de data van vrouwen die onlangs zijn bevallen zijn niet meegenomen.”
Waarom zijn deze data niet meegenomen? Omdat deze vrouwen minder vruchtbaar zijn! In 57.9% van de eerste cycli na het stoppen met hormonale anticonceptie is er direct de eerste cyclus een eisprong met een voldoende luteale fase. Voor de hele post-pil groep is de cycluslengte tot de negende cyclus significant verlengd en heeft een significant aantal cycli een verkorte luteale fase (dus niet vruchtbaar) Gnoth C et al., Cycle characteristics after discontinuation of oral contraceptives. Gynaecol Endocrinol 2002;16:307-317. Ook hier ben ik weer heel benieuwd naar de pilstudies. Het is juist een fout bij andere onderzoeken om deze data wèl mee te nemen in de betrouwbaarheidscijfers.
d. Tweede kritiekpunt: “Alleen cycli tussen 22-35 dagen mochten meedoen aan het onderzoek.”
Inderdaad, om precies dezelfde reden! Vrouwen met langere cycli hebben minder eisprongen per jaar en hebben dus minder kans op zwangerschap per jaar. Bovendien speelt er vaak PCOS en die vrouwen zijn ook wat verminderd vruchtbaar. Daarom mochten ze niet meedoen in het betrouwbaarheidsonderzoek van Sensiplan.
e. Derde kritiekpunt: “Je kunt je afvragen of de factoren die zo’n 30 jaar geleden in Duitsland van impact waren vandaag de dag in Nederland wel helemaal hetzelfde zijn.”
Dat kun je je inderdaad afvragen en dat zou interessant zijn om te weten. Op de website van Sensiplan staat een retrospectief onderzoek naar 10 jaar gebruik van NFP-DAG (Natural Family Planning van de Deutsche Arbeitsgruppe) in Nederland. De betrouwbaarheid is vergelijkbaar. We leven in een westers land en Duitsland is ons buurland. Het gaat er uiteindelijk om welke betrouwbaarheid je kunt halen bij perfect gebruik. Welke methode brengt de cyclus het beste in kaart? Over het gedrag gaat het koppel zelf. Ook die Pearl Index van 7 van de pil geldt natuurlijk niet voor iemand die zeer trouw slikt en extra maatregelen neemt bij ziekte. Het is duidelijk dat de hoge betrouwbaarheid van Sensiplan geldt voor mensen die gemotiveerd zijn en een cursus hebben gevolgd bij een gecertificeerde Sensiplan-consulent. De cyclusdatabank in Heidelberg is de grootste ter wereld en je kunt er nog steeds je cycli heen sturen. Er komt volgens mij geen ander beeld naar voren. Iedereen kan dat zelf aan Petra Frank-Herrmann vragen op het congres over fertility awareness based methods in Leuven, op 15 november 2024.
9. “Eén onderzoek is geen onderzoek”.
Manhart et al. 2013 baseert zich op twee onderzoeken van Sensiplan (vroeger NFP Deutsche Arbeitsgruppe). De nieuwe Duitse, Zwitserse en Oostenrijkse gynaecologische richtlijn (2023) baseert zich op vijf onderzoeken, twee van The European Natural Family Planning Study Groups, 1993 en 1995 en drie van Frank-Herrmann et al. 1991, 1997 en 2007. Er zijn dus meer onderzoeken beschikbaar.
Frank-Herrmann zegt zelf in haar onderzoek dat de resultaten goed vergelijkbaar zijn met de resultaten van de Europese studie, met de interim resultaten van de Duitse database en met de sympto-thermale subgroep van de Italiaanse studie (Frank-Hermann et al., 1991; Barbato and Bertolotti, 1988; The European Natural Family Planning Study Groups, 1999).
De Duitse, Oostenrijkse en Zwitserse gynaecologenrichtlijn stelt het volgende: “Von den zur Verfügung stehenden Methoden der natürlichen Familienplanung sollten bei Wunsch nach hoher kontrazeptiver Sicherheit aufgrund der Daten und Erfahrung im Europäischen Raum derzeit nur symptothermale Methoden mit hoher Effektivität empfohlen werden.” (Studies onder note 13, 30, 31, 32, 33, pagina 185). De consensussterkte voor deze uitspraak is meer dan 95% bij de gynaecologen in deze drie landen die mee hebben gewerkt aan deze nieuwe richtlijn niet-hormonale voorbehoedsmiddelen en methoden. Zij gaan dan uit van een gebruikerszekerheid liggend tussen 1.8-2.3, beide afgerond 2 (zoals de WHO).
Hopelijk zullen de Nederlandse gynaecologen zich hier ook nog echt in gaan verdiepen. Zij spreken tot nu toe vrijwel alleen nog maar over de ‘temperatuurmethode’ en zeggen daarbij in het algemeen dat “natuurlijke anticonceptie” minder betrouwbaar is dan “hormonale anticonceptie”. Dit is echt onjuist. Het spiraal is veel betrouwbaarder dan de pil en Sensiplan is veel betrouwbaarder dan apps en cycluscomputers.
10. “Dat vrouwen drie keer sneller de fout in gaan met de pil slikken dan met deze methode, lijkt me op z’n zachts gezegd bijzonder onwaarschijnlijk”.
Het is wellicht goed te weten dat minstens een derde van de abortussen in Nederland en België ondanks pilgebruik plaatsvindt. Inderdaad, de betrouwbaarheidscijfers van de pil zullen vast ook onderzocht zijn in niet-Europese landen, met een andere cultuur en daardoor is de gebruikerszekerheid waarschijnlijk wat lager. Het kan als man misschien als onwaarschijnlijk aanvoelen, maar de gevonden cijfers spreken. De Sensiplan-methode zit echt heel goed in elkaar, en ook al maak je eens een fout of vergeet je een waarneming, het is niet zo erg. Vrouwen weten heel goed of een dag als vruchtbaar geldt of niet en blijkbaar zijn ze goed in staat om hun seksuele gedrag daar op aan te passen, samen met hun partner. Wellicht wil je zelf eens de Sensiplan-cursus doen? Het zal je helpen om heel veel zaken beter te begrijpen. Want uiteindelijk willen we denk ik allebei dat de vrouwen in Nederland de beste kennis over hun cyclus kunnen krijgen, zodat ze niet aangewezen zijn op de veel onbetrouwbaardere temperatuurmethoden waarbij je moet vertrouwen op een algoritme, in plaats van op je eigen kennis en inzicht. Verder is het belangrijk om te benoemen dat Sensiplan geen enkele bijwerking kent. Voor veel vrouwen is dat een uitkomst, dat ze in plaats van medicatie te moeten slikken, zelf beslissingen kunnen nemen over hun eigen vruchtbaarheid. Op anticonceptiegebied heeft het mannelijk perspectief tot nu toe de overhand gehand. Maar veel vrouwen willen nu zelf hun cyclus leren kennen, niet het risico op (soms ernstige) bijwerkingen lopen en meer leven in het ritme van hun cyclus. Ze kennen zichzelf zo goed dat ze inderdaad niet de fout in gaan, dat zou immers tot een onbedoelde zwangerschap kunnen leiden